Het Roze Olifantje – Ik denk er niet aan

Posts getagged met ‘imitatie’

donderdag 23 september 2010   —  2 reacties » Lees meerLees minder

Succesvol meeliften voor beginners

Afbeelding 3

Herman Melville heeft ooit gezegd dat het beter is om op originele wijze te falen, dan te slagen met imitatie. Succes boeken met namaak zou tot slapeloze nachten leiden, volgens de schrijver van Bartleby.

Of hij gelijk heeft of niet, en ongeacht of hij gelijk krijgt van De Paarse Krokodil: nog één nacht slapen en dan promoveert psychologe Femke van Horen aan de Universiteit van Tilburg. Morgen verdedigt ze haar onderzoek naar het wisselende succes van B-merken die meeliften op de status van A-merken door de verpakking ervan te imiteren.

‘Breaking the mould on copycats’ is de naam van haar proefschrift en met copycats bedoelt ze de na-apende B-merken. Zoals te zien op het (uit de verhandeling overgenomen) plaatje hierboven, maakt ze een onderscheid tussen direct waarneembaar nadoen en thematisch, abstract nadoen.

Uit haar onderzoek blijkt dat thematisch nadoen doorgaans het beste werkt, omdat dat consumenten wel vagelijk herinnert aan het vertrouwde A-merk, maar hen niet meteen doet denken aan de ‘valse verkooptactiek’ die het merk volgt.

Het consumentengedrag verandert als de omstandigheden veranderen, ontdekte de psychologe. Hoe vatbaar consumenten zijn voor een copycat blijkt sterk af te hangen van de context waarin ze consumeren.

Als iemand een vreemde supermarkt in een vreemd land bezoekt – een Engelsman in een Chinese supermarkt is een goed voorbeeld – dan is hij onzeker over de kwaliteit van de aangeboden producten en wekt opzichtige namaak plotseling minstens zoveel vertrouwen als subtiele.

De consument blijft een onberekenbaar wezen, te allen tijde. Als omstandigheden veranderen, dan hij ook. Hij kan honderd keer achter elkaar heel snel de gordels losmaken als hij thuiskomt en de auto op de oprijlaan parkeert, maar zodra hij, met gordels om, de plomp in rijdt, lukt het niet meer.

Dan maken zijn hersens stoffen als cortisol en adrenaline aan. En alles is anders: spieren winnen aan kracht, denken wordt lastig, de fijne motoriek laat het afweten en de autogordel blijft om.

Zo zijn er altijd uitzonderingen die de regel bevestigen. Het is niet erg. Waar het om gaat, is dat het proefschrift van Van Horen leerzaam is. Verplichte stof voor beginnende copycats.


donderdag 9 april 2009   —  1 reactie » Lees meerLees minder

Apen apen apen na

roestigeprullenbak

Er was al leven dat kunst imiteert. Zweefvliegen die wespen nadoen. Reclamemensen die andere reclamemensen na-apen (zoals de berichten van De Paarse Krokodil laten zien). Je hebt Frans Duijts die zingt als André Hazes. En je hebt de talentloze Lenny Kravitz, die een riff van Jimi Hendrix kopieerde en er rijk mee werd.

Op twintig maart jongstleden verscheen het bericht over leven dat een blog over reclame nadoet. In Botswana werd een roze olifantje geboren, vlak na de lancering van Het Roze Olifantje. Nu begint roest op de vuilnisbakken van Albert Heijn hout te imiteren. De vraag bij dat alles is: al die imitaties, al die dubbelingen, alsof iets nieuws verzinnen moeilijk is – houdt het ooit op?

Om die vraag voor eens en altijd te beantwoorden: nee, dat houdt nooit op, en wel om de volgende drie redenen. 1. Omdat echt en namaak niet van elkaar te onderscheiden zijn. 2. Omdat sommige kopieën beter zijn dan het origineel en daarom geprezen moeten. 3. Omdat imitaties en dubbelingen natuurlijk zijn.

Dat laatste is te zien aan de zweefvliegen die wespen imiteren en aan baby’s. Baby’s zijn nagemaakte mensen. En modelbaby’s hebben, evenals volwassenen trouwens, bijna alles dubbel. Twee ogen, oren, armen, duimen, hersenhelften, dijbenen, knieschijven, nieren, wangen, wenkbrauwen, schouderbladen, heupgewrichten, wreven en ga zo nog drie uur door.

Het is niet voor niks dat je een halve haan koopt bij de snackbar en geen hele. De rechterhelft van een haan telt dezelfde ingrediënten als de linker. Een vleugel, een poot, enzovoort. Mens en dier hebben allerhande lichaamsdelen dubbel. Niet alle. Zo heeft het gros een hart, maar dan wel een met twee hartkamers en twee boezems.

Een geslachtsorgaan, dat bezitten dieren slechts 1, buiten dieren gerekend die zich ongeslachtelijk voortplanten, zoals sommige wandelende takken, hagedissen en kalkoenen. Ook mensen hebben doorgaans één geslachtsorgaan. De primitiefste kopieermachine om mensen mee na te maken, doet het niet zonder medewerking van man en vrouw. Het gevolg is dat de twee sinds mensenheugnis jacht op elkaar maken. Op zonnige lentedagen als vandaag nog meer dan anders.